Observeren dag 2 - Reisverslag uit Boedapest, Hongarije van Lea Vries - WaarBenJij.nu Observeren dag 2 - Reisverslag uit Boedapest, Hongarije van Lea Vries - WaarBenJij.nu

Observeren dag 2

Blijf op de hoogte en volg Lea

03 Juni 2014 | Hongarije, Boedapest

Vandaag behandelden we verschillende onderwerpen en praatten we over ingebrachte casussen van medestudenten.
We startten met een lezing van Éva Kálló, die vanuit de Pikler benadering het 'gezonde' kind beschrijft en welke signalen we daarin bij een kind kunnen zien.

Emmi Pikler beschrijft in haar boek vier categorieën van signalen over deze staat van 'evenwicht/ balans in emotie':
1. Fysieke staat;
2. Psychische staat;
3. Basishouding;
4. Reacties.
Categorie 1 en 2 zijn sterk met elkaar verwant en de bijbehorende kenmerken beschrijf ik in één gedeelte:

Kenmerken 1. Fysieke en 2. Psychische staat:
Slapen:
* Een kind slaapt vredig en heeft geen moeite om in slaap te vallen, ook niet in een vreemde omgeving. Als een kind voelt dat hij moe wordt begint hij op zijn vingers of duim te sabbelen of houdt een object vast (knuffel/ doek). Er zijn perioden in het leven van een kind wanneer hij de volwassene nodig heeft, bijv. als hij een vervelend incident heeft meegemaakt of in de periode van angst om alleen gelaten te worden. Buiten deze perioden kan een kind zelfstandig in slaap vallen.
* Een kind wordt wakker in een relaxte en blije stemming. Natuurlijk zijn er net als bij volwassenen, kinderen die meer of minder tijd nodig hebben om wakker te worden.
* Tijdens het slapen is de lichaamshouding van een kind ontspannen, er is wel spierspanning, maar het kind ligt vredig in een voor hem comfortabele houding en is relaxt. Een verkrampte houding of totaal geen spierspanning is een teken van onevenwichtigheid.
* Een kind slaapt de nacht door (het gros van de kinderen vanaf 4 maanden oud) en hult 's nachts niet. Er zijn situaties waarin een kind wel (huilend) wakker wordt 's nachts, denk bijv. aan wanneer hij ziek is, de knuffel die uit bed is gevallen, een nare gebeurtenis of een sensitief kind. Er zijn dus individuele verschillen. Daarnaast kunnen we hier een voordeel van op de duim/ vinger zuigen zien t.o.v. speengebruik, nl. dat een speen zoek kan zijn, waar een kind ten alle tijde de beschikking heeft tot zijn eigen hand en voor zichzelf kan zorgen.
Eten:
* Een kind heeft eetlust, is blij met het eten en tevreden nadat hij heeft gegeten.
* Natuurlijk heeft ieder kind meer of minder trek, verschillende smaak en went het ene kind makkelijker aan een nieuwe smaak/ soort voedsel dan het andere kind. De gezichtsuitdrukking en lichaamshouding van een kind laten zien hoe blij hij is met het eten.
* Ook zijn er periodes waarin een kind minder trek heeft dan gewoonlijk en is het een natuurlijke reactie van het lichaam minder te eten als hij ziek is.
* Reden voor zorg is wanneer een kind voor een lange tijd minder trek heeft of als een kind zich stelselmatig overeet.
Ontlasting:
* regelmatig ontlasten en niet terughouden.
* Wanneer ontlasting niet regelmatig is of het kind houdt het op is dit een teken van niet oké zijn. Hier kunnen verschillende oorzaken van zijn, o.a. harde ontlasting, genetische aanleg of te vroeg gestart met zindelijkheidstraining. Dit laatste legt druk op een kind, wat kan resulteren in 'ophouden'. De motivatie van zindelijk worden wordt vaak vanuit volwassenen opgelegd en er wordt niet naar de interne motivatie van de behoefte gekeken. Een voorbeeld: de volwassene: "Ga je voor mij een poep/ plas doen?" Het kind ziet de plas/ poep als een geschenk aan de volwassene en hoe reageren volwassene als een kind zijn behoefte op de pot/ w.c. heeft gedaan? Juist, we zijn heel blij met deze 'gift'. De andere kant van de medaille: als een kind het ophoudt kan het kind dit zien als 'straf' voor de volwassene. Beter is dus om de behoefte wel/ niet hoeven poepen/ plassen te gebruiken bij het zindelijk worden en er ook rekening mee te houden dat zindelijkheid een lichamelijke rijpheid vereist. Sommige kinderen zijn met 2 jaar zindelijk, andere met 6 jaar.
Activiteit als een kind wakker is:
* Echte activiteit is niet continu rondrennen en van het ene spelmateriaal naar het andere gaan.
* Echte activiteit is 'voortdurende aandacht en belangstelling in spel'.
er zijn vier verschillende niveaus van aandacht en in een evenwichtige emotionele staat zijn deze alle vier te zien bij een kind:
1. zwevende aandacht: het kind wacht op iets dat staat te gebeuren, bijv. gevoed worden, ouder die thuis/ binnen komt.
2. voortdurende aandacht: het kind blijft bezig met zijn activiteit en probeert zichzelf te ontwikkelen/ vaardigheden te vergroten.
3. geconcentreerde/ gefocuste aandacht: echt intellectueel werk, wanneer een kind zich iets realiseert/ iets nieuws ontdekt.
4. rust: het kind ontspant door te rusten of door grofmotorische bewegingen, bijv. kruipen, lopen.
in een onevenwichtige emotionele staat mist de geconcentreerde/ gefocuste aandacht of is deze zeer laag.
* Een kind heeft interesse in zichzelf, zijn eigen acties, resultaten van zijn acties en in zijn omgeving.
* Echte activiteiten zijn zelf geïnitieerd en georganiseerd (het kind heeft een interne taak/ doel).
* Echte activiteiten vragen een mate van lichamelijke en intellectuele inspanning. Bijv. een jonge baby die zijn handen ontdekt zal proberen zijn handen steeds weer in zijn gezichtsveld te brengen en dit ook steeds herhalen.

Kenmerken 3. Basishouding:
* Een kind is opgewekt en optimistisch, lacht en is blij.
* Natuurlijk is een kind ook wel eens verdrietig, boos, gefrustreerd, etc. hij wendt zich dan met vertrouwen tot een volwassene.
* een kind komt over bepaalde perioden, als eenkennigheid, heen en verwacht goede intenties van anderen, tegenover een kind dat in een onevenwichtige emotionele staat is door misbruik of slechte ervaringen, dat slechte intenties van anderen verwacht.
* Sommige kinderen maken heel makkelijk vrienden, anderen minder makkelijk. Kinderen zijn meer of minder sociaal.
* een kind dat is vastgeplakt aan een vertrouwde volwassene of een kind dat met ieder willekeurig persoon mee gaat kunnen beide een teken zijn van onevenwichtige emotionele staat.

Kenmerken 4. Reacties:
* Reacties van een kind zijn passend bij een situatie.
* Een kind dat over-reageert wanneer zich een klein incident voordoet (driftbui, overstuur zijn), een kind dat zijn eigen speelgoed niet verdedigt of anderen zijn speelgoed laat stuk maken of een onverschillig kind kunnen een teken zijn van onevenwichtige emotionele staat.
Deze gedragingen kunnen ook tijdelijk zijn door bijv. een verandering in het gezin (geboorte, scheiding, etc.), starten met kinderopvang/ peuterspeelzaal, ouderlijke aandacht die gericht is op gedrag van een broer/ zus, waardoor het kind vervalt in bovenstaande gedragingen.

Belangrijk om te weten wanneer een kind in een onevenwichtige emotionele staat is: Er is altijd een weg vooruit! Let op de signalen, wees sensitief en geef het kind vertrouwen.
Om een goede pedagogische atmosfeer te vestigen kun je jezelf de volgende vragen stellen:
- hoe echt is de/ jouw interesse in het kind?
- hoe accepterend is de volwassene/ ben jij t.o.v. het kind?
- erkent de volwassen/ erken jij de moeilijkheden van het kind?
- hoeveel tijd en ruimte geeft de volwassenen/ geef jij het kind om zelf invloed te kunnen uitoefenen in zijn leven?
- hoe voorspelbaar ben je voor het kind?
- hoe gelukkig/ blij zijn de volwassenen/ ben jij met het kind?
- heeft de volwassene/ heb jij realistische verwachtingen van het kind?
- hoe beschikbaar ben je voor het kind?
- deel je blijdschap maar ook moeilijkheden met het kind?
- zijn de gestelde regels realistisch?
Een goede pedagogische atmosfeer beschermt een kind niet tegen moeilijkheden, maar zorgt er wel voor dat een kind zich kan weren in en omgaan met moeilijke situaties.

Vanmiddag gaf Anna Tardos een lezing over 'Observaties van de grofmotorische bewegingsontwikkeling in Lóczy, Beweeglijkheid of Hyperactiviteit'.

Observatie in het Piklerhuis heeft aangetoond dat baby's zich zelfstandig kunnen ontwikkelen van het op de rug liggen tot los lopen.
Gedetailleerd en regelmatig observeren laat zien dat er een innerlijk ritme van bewegen is, mensen hebben een innerlijke trigger. Een kind van 8 a 9 maanden verandert bijv. 2 keer per minuut van positie (liggen op buik of rug, kruipen, zitten op knieën, staan, etc.).
Kinderen hebben een natuurlijke behoefte om te bewegen. tegenwoordig worden kinderen vaak als hyperactief gelabeld. Hoe kun je zien of een kind gewoon zijn natuurlijke behoefte tot bewegen volgt of dat een kind hyperactief is?
Hyperactiviteit gaat altijd gepaard met meerdere kenmerken, zo is er een connectie met de kwaliteit van bewegen van een kind. Een hyperactief kind kenmerkt zich doordat zijn bewegingen sneller gaan dan zijn hoofd. Het kind valt, struikelt, botst regelmatig en het deert hem niet. En er is de connectie met een tekort aan aandacht/ concentratie, het kind kan zijn aandacht/ concentratie niet bij een activiteit houden (zie 2 en 3 van de verschillende niveaus van aandacht in de tekst hierboven), kan moeilijk/ niet op zijn beurt wachten en heeft het moeilijk met omgaan met frustraties.
Veel mensen denken dat hyperactiviteit alleen een leerprobleem is en dat het pas gemeten kan worden vanaf de leeftijd van 5 of 6 jaar. In het Piklerhuis kon in het dagboek van een kind van twee maanden al terug gevonden worden dat hij 'veel bewoog in bed', later in zo'n mate dat zijn kleding uit ging, in de tijd dat hij ging staan, viel hij regelmatig, ook bij het klimmen viel hij vaak en er waren meer moeilijkheden, zoals het aanpassen aan regels, het was nodig om hem de regels meermaals uit te leggen op korte afstand.
Als een kind hyperactief is wil dit niet zeggen dat hij niet intelligent is. En er is ook een verschil tussen rusteloosheid en hyperactiviteit. Rusteloosheid heeft als oorzaak een probleem in het leven en uit zich in veel bewegen om dit te uiten en zich van het interne probleem 'te ontdoen'.
Ons klassieke schoolsysteem is (helaas!) niet afgestemd op hyperactieve kinderen. Wat kun je doen? je kunt een hyperactief kind alleen helpen met (zijn) vertrouwen en een persoonlijke relatie met het kind. Hyperactieve kinderen hebben hun eigen manier en tempo in hun ontwikkeling.

  • 04 Juni 2014 - 07:47

    Isa:

    Dag Lea,

    ik geniet van je leerrijke, eenvoudige, duidelijke weergave van elke dag.
    Zo voel ik me toch wat extra verbonden met de "bron", het Piklerinstituut.
    Lieve groeten aan allen.

    Warme knuffel,
    Isa.

  • 04 Juni 2014 - 09:55

    Linda De Vries:

    weer zo'n leerzaam verslag ik maak aantekeningen; het gedeelte 'om een goede pedagogische atmosfeer te vestigen kun je jezelf de volgende vragen stellen .........'ga ik gebruiken.
    Als je kennis van de ontwikkeling van een kind hebt, wordt je werk zoveel interessanter!

    Groet Linda.

  • 04 Juni 2014 - 21:57

    Lea De Vries:

    Fijn Isa en Linda! Bedankt voor jullie reacties.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lea

Ik ben Lea de Vries. Ik werk bij de Stichting Kinderopvang Den Helder Texel, kinderdagverblijf Bruintje Beer in Den Helder. Vanaf september 2011 volg ik de tweejarige opleiding tot Pikler pedagoog. Het Emmi Pikler programma is een professioneel pedagogisch programma dat ruimte geeft voor vrije bewegingsontwikkeling en één op één aandacht voor baby's. Van 3 t/m 16 juni ga ik op stagereis naar Boedapest, naar het oorspronkelijke weeshuis "Loczy" waar Emmi Pikler haar pedagogisch beleid heeft ontwikkeld.

Actief sinds 21 Mei 2012
Verslag gelezen: 392
Totaal aantal bezoekers 43048

Voorgaande reizen:

02 Juni 2014 - 12 Juni 2014

Stagereis Pikler 3

27 Mei 2013 - 08 Juni 2013

Stagereis Pikler 2

03 Juni 2012 - 16 Juni 2012

Stagereis Pikler

Landen bezocht: